Biografie Marten de Haan

Het Tegeltjes Hûs.


Marten de Haan.


Ik Marten de Haan ben gebroren op 2 maart 1931, zoon van een oud vissersman Jan de Haan en Rika Petronella Sloothaak. Voor de tweede wereldoorlog ben ik in armoede opgegroeid. In de oorlogstijd heb ik een naar bestaan gehad. Ik moet voor de kost wel werken in de visserij. Op mijn achtiende kreeg ik verkering met een lief meisje. Jammer genoeg werd ik door de vader niet geaccepteerd, omdat ik een jongetje was uit een te arme familie.


Na deze episode ben ik vertrokken op twintig jarige leeftijd naar Amsterdam. Als matroos op de koopvaardij, bij de maatschappij Nederland en de Hollandsche stoomboot maatschappij. Na ongeveer zeven jaar kwam in dienst bij de Koperen Ploeg (boot en stuurlieden vereniging). Ik begon daar als bootman en kanaalstuurder. Ik ben daar 31 jaar in dienst geweest en honderden schepen naar zee gestuurd. Ik heb ook proefvaarten gemaakt met 23 nieuwe grote en kleiner tankers. Waarvan de “Lepton” van de Shell de grooste tanker is die ooit in Nederland is gebouwd.

Marten de Haan (rechts) bij de Koperen Ploeg

Hoe is het Tegelhûs onstaan.


Tijdens het varen kwam ik een oude bootsman tegen, die tegeltjes verzamelde uit het buitenland. Ik vroeg hem: ‘wat doe je daar nou mee”? Hij vertelde mij: ik heb een zomerhuisje en daar plak ik ze op. Daarop zei ik: Als ik ooit een huisje koop, dan doe ik dat ook. Daaruit is het Tegelhûs ontstaan. Er zitten er nu ongeveer 1600 tegeltjes op geplakt.


De schilderijen.


Dat is nog een episode uit de tijd van de Koperen Ploeg. Daar leerde ik namelijk een kunstschilder kennen, Jan Kiers. Jan Kiers had een passie van schilderen en heeft ook op de kunstacedemie gezeten samen met onder andere Karel Appel. Maar omdat er niet veel geld te verdienen viel met kunt, is hij een bootman geworden. Jan Kiers stierf op 55 jarige leeftijd en ik erfde zijn schildersbenodigdheden. Na het een en andere ben ik ook begonnen met schilderen en het lukt aardig. 


Ik heb maar een doel in het leven: Dat de mensen kunnen genieten van wat ik achterlaat.